t e x t

Maria Gruppelaar about her work:

My work is about resilience. It refers to possibilities to create something new from what is old or damaged. Often after loss and setbacks or for lack of anything better. It has to do with construction, recovery, change and the ability to improvise. These processes are visible in my work.

My work is also hybrid and slow. Hybrid because it can pass for both paintings and sculptures, they are ‘sculpture plantings’. The sculpture is somewhere between a two and a three-dimensional form. Slow because the production process is intensive, it takes time. Materials are wood, scraps and demolition waste, often from construction containers. Also cardboard, pieces of old cloth and filling material. Reusing previous work is also part of this: my best work often arises from damaged or otherwise fragments of previous work. I make my own paint from egg yolk and pigments.

 

Maria Gruppelaar over haar werk:

Mijn werk gaat over veerkracht. Het verwijst naar mogelijkheden om iets nieuws te maken uit dat wat oud of beschadigd is. Vaak na verlies en tegenslag of bij gebrek aan beter. Het heeft te maken met opbouw, herstel, verandering en het vermogen te improviseren. Deze processen zijn zichtbaar in mijn werk.

Mijn werk is ook hybride en slow. Hybride omdat het door kan gaan voor zowel schilderijen als sculpturen, het zijn ‘sculpture plantings’.  De sculptuur bevindt zich daarbij ergens tussen een twee en een driedimensionale vorm. Slow omdat het maakproces intensief is, het vraagt tijd. Materialen zijn hout, resten en sloopafval vaak afkomstig uit bouwcontainers. Verder karton, stukken oud doek en vulmateriaal. Hergebruik van eerder werk hoort daar ook bij: mijn beste werk ontstaat vaak uit al dan niet beschadigde fragmenten van eerder werk. Verf maak ik zelf uit eigeel en pigmenten.

 

Gerard Wessel, fotografie- en filmproducent, in het voorwoord van het boek 'Maria Gruppelaar, er is opzet in het toeval', 2020, Van Spijk Art Books

Bladerend in mijn collectie kunstboeken verbaas ik mij er telkens weer over met welk gemak de grootheden uit de kunstgeschiedenis hun werk gemaakt lijken te hebben. Feilloos weten ze met het juiste kleur- en materiaalgebruik, het juiste licht, de juiste compositie en een tijdloze en ongedwongen onderwerpkeuze spanning in hun werk te leggen.  Of het nu kunst is als ambacht, om vorm te geven aan religieuze symbolen of verhalen, of kunst gemaakt als persoonlijke expressie, het zijn allemaal kunstenaars die je vaak met één enkele penseelstreek weten te raken. Kunstenaars die naast passie, allemaal één ding gemeen hebben, een flinke dosis talent voor vorm en inhoud. Dat kunst tegenwoordig een populaire vrijetijdsbesteding is zie je bij veel bekende Nederlanders, die zich vol overgave in het kunstenaarsleven storten. Leven als een ongebonden en vrijgevochten kunstenaar lijkt belangrijker te zijn dan de kwaliteit van het werk. Bekende acteurs, die met de grootte van hun werk hun talent lijken te benadrukken, maar je met geen enkele penseelstreek weten te ontroeren.

 

Maar uiteindelijk, en dat is geen toeval, komen de echte pareltjes boven drijven.

 

Kunstenaars die buiten de schijnwerpers opereren, die hardnekkig, volhoudend en eigenzinnig hun doelen najagen en waarvan hun creativiteit soms pas na jaren het daglicht ziet. Kunstenaars met het juiste gevoel voor materiaalgebruik en compositie, en die met minimale middelen kunst produceren die je weten te raken, kunst die ‘af’ is. Maar ook kunstenaars die, behalve een geestelijke zoektocht naar identiteit, op zoek zijn naar het ultieme materiaalgebruik en onderwerpkeuze.  Stukken oud hout en een verweerd doek, verandert door de visie van de kunstenaar tot een kunstwerk waar niets meer aan toe te voegen is. Dat is wat de kunstenaar groot maakt, en dat is waar ook Maria Gruppelaar in uitblinkt.

 

Toen ik op Art The Hague haar werk zag hangen was ik meteen geraakt door de bescheidenheid van haar presentatie. Geen grote dure ingelijste werken, maar een onopvallend, ingetogen en pretentieloze wand waar haar werk in alle eenvoud hing. Maar wel een presentatie waarvan de uitstraling je dwingt er bij stil te staan. En dat is de kracht van het werk van Maria Gruppelaar, met minimale middelen maakt zij beelden die ontroeren.  

 

Kees Verbeek, journalist, in het boek 'Maria Gruppelaar, er is opzet in het toeval', publicatie 2020, Van Spijk Art Books

Net als in het leven zelf spelen onvoorspelbaarheid en toeval een belangrijke rol in het werk van Maria Gruppelaar. Het resultaat is onvoorzien, maar in eerste aanleg is er ook opzet in het spel want over aanpak en werkproces wordt wel degelijk nagedacht. Misschien niet altijd heel lang, want zonder spontaniteit kan het leven niet worden geleefd: ‘Ik weet wel wat er gebeurt maar niet precies wat het resultaat wordt. Juist dat boeit me. Daarbij is het zelden perfect. Butsen en kwetsuren maken het interessant.’

Gruppelaar werkt met tempera vanaf 2019 vanwege de enorme zeggingskracht, op katoenpapier, dat sterk en toch zacht is, en op doek, dat ze veelal combineert met resthout uit bouwcontainers als drager. Dat treft, want in Den Haag, waar ze woont en werkt, wordt altijd wel ergens iets verbouwd: ‘De schoonheid van verval en de sporen die de tijd achterlaat. Afbraak heeft meestal ook de belofte van iets nieuws in zich. Er gaat iets open en er ontstaat ruimte voor andere ontwikkelingen.’ Het is intiem werk en de betekenis ligt in de geest van de kijker.